Nieuwe Pensioenwet
Met een passende pensioenregeling zorgt u, niet alleen nu maar ook later, voor uw medewerkers.
Met een passende pensioenregeling zorgt u, niet alleen nu maar ook later, voor uw medewerkers.
In 2020 werd het Pensioenakkoord gesloten. Een akkoord met nieuwe afspraken over pensioen tussen het kabinet en werkgevers- en werknemersorganisaties. Het is nu aan het nieuwe kabinet om op basis van deze plannen de Pensioenwet aan te passen. Na akkoord van de Tweede Kamer op 22 december 2022, is het wetsvoorstel in januari 2023 in behandeling genomen door de Eerste Kamer. Als de Eerste Kamer akkoord gaat met de Wet toekomst Pensioenen hebben werkgevers en pensioenuitvoerders 3,5 jaar de tijd om de pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving.
In het Pensioenakkoord is de beschikbare premie het uitgangspunt. De premie is een gelijk percentage voor alle leeftijden.
Pensioenfondsen gaan voor iedere deelnemer aan de pensioenregeling het persoonlijk deel van het gezamenlijke pensioenvermogen bij houden. Zo kan iedereen direct zien hoeveel vermogen er voor zijn of haar eigen pensioen gereserveerd is. Door de pensioenuitvoerders wordt het gehele vermogen nog steeds collectief belegd, met één collectief beleggingsresultaat. Dat resultaat wordt vervolgens gericht toebedeeld aan de deelnemers op basis van vooraf vastgelegde verdeelregels, die aansluiten bij de risicohouding van de deelnemers. Zo kunnen jongeren meer risico’s nemen dan ouderen, omdat zij nog verder van hun pensioenleeftijd af zijn en nog jarenlang premies kunnen afdragen.
Premieovereenkomsten bij een verzekeraar of PPI werken nu al met persoonlijke pensioenvermogens. Bij deze uitvoerders bepaalt de werkgever de risicohouding van zijn werknemers en kunnen de werknemers eventueel kiezen voor een andere risicoprofiel met bijbehorende verdeling tussen de fondsen.
Vanaf 1 januari 2027 moet uw overeenkomst worden omgezet naar een premieovereenkomst volgens de nieuwe Pensioenwet. Als de regeling voor 1 januari 2027 wordt aangepast, kan deze voor de huidige deelnemers nog naar een beschikbare premie met een leeftijdsafhankelijke premie worden omgezet.
Voor bestaande beschikbare premieregelingen met een leeftijdsafhankelijke premie mag de huidige regeling wel worden voortgezet. Deelnemers die voor 1 januari 2027 in die regeling zitten, mogen gedurende een nog nader te bepalen overgangsperiode tijdens hun dienstverband bij de desbetreffende werkgever pensioen blijven opbouwen op basis van de leeftijdsafhankelijke premie. Komt een werknemer op of na 1 januari 2027 in dienst? Dan moet er een nieuwe regeling worden opgezet op basis van de nieuwe wetgeving. Dit zou kunnen betekenen dat er op dat moment twee pensioenregelingen (overgangsperiode voor bestaande werknemers in de oude pensioenregeling en nieuwe werknemers in de nieuwe pensioenregeling) naast elkaar komen te staan.
Als u ervoor kiest om over te gaan naar een nieuwe regeling voor alle medewerkers, kan dit nadelig uitpakken voor (oudere) medewerkers. In het Pensioenakkoord is daarom afgesproken dat er een compensatieregeling getroffen zal worden.