Op 16 december 2020 heeft het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen online gezet. Op basis van het wetsvoorstel is de uiterlijke datum voor herziening 1 januari 2026. Dit is niet alleen van toepassing voor bestaande premieovereenkomsten (beschikbare premieregeling) maar ook voor uitkeringsovereenkomsten (middelloonregelingen).
Het meest voor de hand liggende moment van aanpassing van een premieovereenkomst is de einddatum van de uitvoeringsovereenkomst. Voor de meeste werkgevers zal dat een datum zijn tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2026. Op dat moment zijn er drie opties:
- De huidige regeling verlengen.
Werknemers die indienst komen vóór 01-01-2026 mogen dan blijven deelnemen aan de huidige premieovereenkomst. Ook als het een overeenkomst is met een leeftijdsafhankelijke (stijgende) premie. Voor deze werknemers blijft de stijgende premie van toepassing tot ze uitdienst treden of met pensioen gaan. Met ingang van 1 januari 2026 moet er een tweede premieovereenkomst worden gesloten met een leeftijdsonafhankelijke (gelijkblijvende) premie. Werknemers die na 01-01-2026 indienst treden moeten gaan deelnemen aan deze nieuwe overeenkomst. - Vanaf de einddatum van de uitvoeringsovereenkomst een tweede premieovereenkomst sluiten.
Werknemers die vóór deze datum indienst zijn getreden kunnen blijven deelnemen aan de huidige regeling met een stijgende premie. Werknemers die na de ingangsdatum van de nieuwe regeling starten, moeten deelnemen aan de nieuwe overeenkomst met de gelijkblijvende premie. - Vanaf de einddatum van de uitvoeringsovereenkomst een nieuwe premieovereenkomst met een gelijkblijvende premie sluiten. Alle werknemers gaan dan vanaf dat moment deelnemen aan deze nieuwe overeenkomst.